Het was een merkwaardig stuk in het hoofdlijnenakkoord van deze zomer: het kabinet erkende dat de besluitvorming rond zero emissie-zones bij gemeentes lag, maar gaf aan even goed te willen proberen de invoering ervan uit te stellen. Pelle Schlichting, founder van Leap24, uitrollers van een (inter)nationaal netwerk van snellaadstations voor de zakelijke markt: “Onrealistisch natuurlijk. Maar het zorgde wel voor verwarring. Gelukkig is het nu glashelder: per 1 januari 2025 zijn er uitstootvrije zones.”

Pelle: “Onzekerheid is een goede reden voor mensen om niets te doen. Daarom is dit besluit zo belangrijk. De vraag is nu niet meer óf en wanneer bedrijven overstappen naar elektrisch, maar hóe. Welke auto’s kiezen we, hoeveel neem ik er en wanneer faseer ik de diesels die ik nog heb uit? Onze klanten gaan direct voortvarender te werk.”

En hoe meer elektrische busjes en vrachtwagens op de weg, hoe meer vraag naar de snellaadstations van Leap24. Goed nieuws dus. Leap24 heeft op dit moment 29 laadstations in ons land. En voor het eind van dit jaar moeten daar nog 5 tot 10 stations bij komen.

De voordelen van het kabinetsbesluit blijven voor Leap24 niet beperkt tot Nederland. Pelle blikt over de grens: “De zero emissie zone is feitelijk een Nederlands product. Andere landen kijken dan ook bij ons af en kopiëren. Neem Londen. Daar geldt sinds afgelopen jaar een ultra low emission zone. Die geldt niet alleen voor zakelijk verkeer maar voor alle voertuigen. In een gebied waar 8 tot 10 miljoen mensen wonen! Het is speculatie maar het zou mij niet verbazen als ze goed in de gaten houden hoe het ons vergaat met zero emissie. En dat ze dat op termijn ook invoeren.”

Ultra low of zero, Londen is sowieso een belangrijke markt voor Leap24: “We hebben daar nu 2 locaties open en er staan komende periode nog 10 in de planning. We werken samen met Shurgard. Die hebben meer dan 25 locaties in dat gebied. En ja, wij richten ons op zakelijk verkeer, maar iedereen is bij ons welkom. Dus ook taxi’s en personenvoertuigen. Ondertussen bouwen we gestaag verder in Nederland.”